Hi,

Ik ben Mélanie Struik, kunsthistorica en communicatiespecialist.
Op Mélanie kijkt kunst geef ik je onverwachte perspectieven op kunst en kunstenaars, toen en nu.
Ga je mee?

De Sint-Elisabethsvloed van 1421: Hoe een schilderij uit 1490 een voor ons nu nog actueel verhaal vertelt

De Sint-Elisabethsvloed van 1421: Hoe een schilderij uit 1490 een voor ons nu nog actueel verhaal vertelt

In oktober bezocht ik het Biesbosch MuseumEiland, een natuurmuseum in het buitengebied van Dordrecht. Ik trof daar een prachtig gebouw aan dat helemaal opgaat in de natuur. Meteen bij binnenkomst was er op de muren een mooie animatie te zien van - uitvergroot - details van een schilderij daar over de Sint-Elisabethsvloed van 1421. Ik was meteen gefascineerd: een stukje geschiedenis waar ik niets van wist.

Wat blijkt? Dit jaar wordt in de regio Dordrecht de Sint-Elisabethsvloed herdacht. Zeshonderd jaar geleden brak er in de nacht van 18 op 19 november 1421 een dijk door bij het dorpje Wieldrecht in de Zuid-Hollandse Grote Waard bij Dordrecht. In één nacht zouden 72 dorpen door het water verzwolgen zijn en 100.000 mensen verdronken. In die ene nacht zou door de vloed ook de latere Biesbosch zijn ontstaan.

Het schilderij waar de animatie op was gebaseerd, bleek een kopie naar panelen op twee zijluiken van een altaarstuk uit 1490 (afb. 1, 2).

Afb 1. Meester van de Heilige Elisabeth-Panelen, Linker buitenkant van het drieluik de Sint-Elisabethsvloed, c. 1490 - 1495, olieverf op paneel, 127,3cm × 109,5cm, Amsterdam, Rijksmuseum

Afb. 2. Meester van de Heilige Elisabeth-Panelen, Rechter buitenkant van het drieluik de Sint-Elisabethsvloed, c.. 1490 - 1495, olieverf op paneel, 127,5cm × 110,5cm, Amsterdam, Rijksmuseum

Maar dit was nog niet alles. De luiken waren ook aan de andere kant beschilderd, hier met allerlei taferelen uit het leven van een middeleeuwse heilige: Sint Elisabeth (afb. 6, 7). Ze zijn waarschijnlijk in de negentiende of twintigste eeuw van elkaar gescheiden. Alle vier de panelen zijn in het bezit van het Rijksmuseum die ze ter gelegenheid van de herdenking in bruikleen heeft gegeven aan het Dordrechts Museum.

Afb. 3. Meester van de Heilige Elisabeth-Panelen, Binnenzijde van de linkervleugel van een altaarstuk met de heilige Elisabeth die zieken in Marburg verzorgt en de dood van de heilige Elisabeth, c. 1490 - 1495, olieverf op paneel, 127,5 x 109,5 cm, Amsterdam, Rijksmuseum

Afb. 4. Meester van de Heilige Elisabeth-Panelen, Binnenzijde van de rechtervleugel van een altaarstuk met het huwelijksfeest van de heilige Elisabeth en Lodewijk van Thüringen op de Warburg, ca. 1490 - 1495, olieverf op paneel,  127,7cm × 109,5cm, Amsterdam, Rijksmuseum

Maar wat hebben de vloed en de heilige Elisabeth met elkaar te maken? Ik ging op onderzoek uit.

Rond 1490 - dus lang na de ramp van 1421 - schonken nakomelingen van tijdens en na de vloed door de stad opgevangen inwoners van Wieldrecht een altaarstuk aan de Dordtse Grote Kerk. Het werk van een tot nog toe anonieme schilder werd een drieluik: een middenpaneel, dat vermoedelijk verloren is gegaan na de Reformatie, tussen twee zijluiken die geopend en gesloten konden worden. Waren de zijluiken dicht, dan bedekten zij het middenpaneel en zag je het verhaal van de dijkdoorbraak met links een prominente rol voor de stad Dordrecht, met haar stompe toren hoog boven de stad en rechtsboven de dijkdoorbraak bij Wieldrecht, kerktorens die boven het water uitsteken en ondergelopen huizen. De namen van de verdronken dorpen staan bij de kerken, mensen sjouwen met spullen, lijken drijven in het water, het vee zoekt een goed heenkomen en mensen trekken naar de stad (afb. 5, 6, 7).

Afb. 5. Detail van afb. 1: Dordrechts prominente aanwezigheid

Afb. 6. Detail van afb. 2: linksboven de dijkdoorbraak bij Wieldrecht

Afb. 7. Detail van afb. 1: een man vlucht met zijn huisraad in een boot en een lijk drijft in het water

Waren de luiken geopend, dan zag je het levensverhaal van de heilige Elisabeth van Thüringen (1207-1231), in de dertiende eeuw al een bekende heilige in Europa (afb. 6, 7). Elisabeth was een Hongaarse koningsdochter die als jong meisje al heel vroom was. Ze zette zich in voor minderbedeelden en zieken, die ze kleedde en te eten gaf. Ze stichtte een ziekenhuis en ging, na de vroege dood van haar man, het klooster in waar ze in armoede leefde en op heel jonge leeftijd - 24 jaar oud - volgens de overlevering van uitputting stierf. Op het linker paneel zie je - boven - haar verloving, het aanschuiven van de ring. Daaronder zie je het huwelijksfeest (afb. 8). Op het rechterpaneel zijn haar goede werken en sterfbed uitgebeeld (afb. 9. 10). Elisabeth stierf op 17 november 1231. Paus Gregorius IX verklaarde haar in 1235 - vier jaar na haar dood – al heilig.  Gek genoeg wordt haar naamdag in de Duits sprekende landen nog steeds gevierd op de dag van haar begrafenis: 19 november. Sinds 1970 is dat in ons land weer 17 november.

Afb. 8. Detail linker paneel: aanzitten aan het huwelijksdiner, muzikaal omlijst

Afb. 9. Detail rechterpaneel: Elisabeth helpt zieken

Afb. 10. Detail rechterpaneel: het sterfbed van Elisabeth

In de vijftiende eeuw was het nog heel gebruikelijk om rampen te koppelen aan de naam van een heilige. Maar waarom werd het de heilige Elisabeth? Zij ontwikkelde zich tot beschermheilige van de caritas, de liefdadigheid: iemand bij wie je als behoeftige terecht kon. Via gebed riep je haar hulp in, een rol die heiligen vervulden in de middeleeuwen en ook daarna. Daarnaast vond de vloed plaats rond de 19e november, lang haar naamdag dus. Niet onlogisch dus dat de opdrachtgevers er voor kozen om juist Sint Elisabeth te verbinden aan de ramp. En het was de stad Dordrecht geweest die - naar Elisabeths voorbeeld - de slachtoffers van de ramp zo liefdevol had opgevangen. Dat zou het zo prominent afbeelden van de stad kunnen verklaren, een link die overigens pas in 1992 door een kunsthistorica is gelegd.

Ik zoom even verder in op de figuur van de heilige Elisabeth, want haar naam klinkt nog door in onze tijd. Elisabeth deed als rolmodel haar intrede in kerken, kloosters en kapellen vanwege haar barmhartigheid. In bijna elke parochie in de noordelijke en zuidelijke Nederlanden kwam wel een vereniging voor zieken- en armenzorg die haar naam kreeg. In het Zuiden bleef ze lang populair, in het Noorden bleek het openlijk vereren van heiligen lastiger, onder invloed van de Reformatie. De gasthuizen vernoemd naar Elisabeth behielden wel haar naam maar het ‘sint’ ging er vanaf. Nog altijd is de naam van Elisabeth verbonden aan ziekenhuizen, zoals het Sint-Elisabeth Ziekenhuis in Leiden en Het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg en Waalwijk. Vooral die laatste zal voor ons voor eeuwig verbonden blijven met de huidige coronapandemie.

De heilige Elisabeth was ook regelmatig onderwerp van schilderkunst. Zij is te herkennen aan verschillende attributen: een kroon op haar hoofd, verwijzend naar haar koninklijke afkomst;  twee kronen op een boek in haar hand - die stonden voor vroomheid en kuisheid - en een kreupele of bedelaar aan haar voeten. Ook wordt ze al heel vroeg vooral in de zuidelijke landen afgebeeld met rozen, die verwezen naar de legende: zij liep op straat en had wat broden in haar schort verborgen voor arme mensen. Toen haar man haar vroeg om te laten zien wat ze in haar schort bij zich had waren daar verstopte broden veranderd in rozen (afb. 11).  

Afb. 11. Pietro Nelli, Elisabeth van Hongarije, ca. 1365, tempera op paneel, 130 x 47 cm, Maastricht, Bonnefantenmuseum

Ze is óf gekleed als koningin óf in een habijt van de franciscaner tertiarissen, de orde waar zij intrad na de dood van haar man. Ze is afgebeeld op tal van schilderijen, waaronder bijvoorbeeld die van de Vlaamse schilders Petrus Christus (1410-1475) die haar als patroonheilige van Isabella van Portugal afbeeldt, en Peter Paul Rubens (1577-1640) die voor hetzelfde thema koos. De minder bekende Noord-Nederlandse schilder Christiaen van Couwenbergh (1604-1667) koos voor een heel ander tafereel (afb. 12, 13, 14).

Afb. 12. Petrus Christus, Isabella van Portugal met de heilige Elizabeth, 1457-60, olieverf op paneel, 59 x 33 cm. Brugge, Groeningemuseum

Afb. 13. Peter Paul Rubens, Ildefonso Altaarstuk, 1630-1632, olieverf op paneel, 352 x 236 x 109 x 109 cm, Wenen, Kunsthistorisch Museum, met op het linker paneel, voor de kijker rechts, Isabella van Portugal met haar patroonheilige Elisabeth

Afb. 14. Christiaen van Couwenbergh, Elisabeth van Hongarije begeleidt zieken naar de hemelpoort, 1640, olieverf op doek, Utrecht, Museum Catharijneconvent

En nu weer terug naar de vloed. Kroniekschrijvers en stadshistorici schreven door de jaren heen over de ramp en kopieerden elkaar ook. Waarheid en fictie gingen dwars door elkaar lopen. In 1677 schreef Matthijs Jansz. Balen (1611-1691), waarschijnlijk op basis van een tekst uit 1517, in zijn Beschrijvinghe der Stad Dordrecht van de ‘grote en vreselijke vloed’, tijdens de ‘’s-Elisabethsnacht’ in 1421. Romeyn de Hooghe (1645-1708) illustreerde deze tekst en moet de panelen hebben gezien (afb. 15). Schetsten de panelen uit 1490 eerder vooral een beeld van de gevolgen voor het landschap, De Hooghe maakte de vloed menselijk. Zo plaatste hij een man met geopende armen en een kruis op zijn blazoen en iets meer naar links een man in goede doen. Het accent kwam te liggen op de gevolgen van de vloed voor de mens, voor de rijken en de religieuzen.

Afb. 15. Romeyn de Hooghe, Sint-Elisabethsvloed, 1675-1677, ets/gravure, Amsterdam, Rijksmuseum

Daarbij werd de vloed lang beschreven in relatie tot de Sint-Elisabethsnacht, pas in de twintigste eeuw wordt er geschreven over de Sint-Elisabethsvloed. Ook raakt de verwijzing naar Sint Elisabeth zoals eerder gezegd een beetje uit ten tijde van de Reformatie, omdat protestante schrijvers niet graag naar heiligen verwezen. Zo schreef Constantijn Huijgens (1596-1687) in 1624 in zijn Stede-stemmen over ‘den hooghen water-vloed’. Daarmee verschoof de duiding van de vloed langzamerhand van religieus naar het gevaar van het alles verzwelgende water, nog steeds een meer dan actueel nationaal probleem.

Tegelijk daarmee, en zeker in de achttiende eeuw, nam de aandacht voor de stad Dordrecht af en kwam het accent te liggen op de gevolgen voor de Grote Waard, de dijkdoorbraak en de oorzaak daarvan: het geruzie tussen Holland en Zeeland over de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van het gebied, de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Zo schreef Jan Wagenaar in zijn boek Vaderlandsche historie in 1749 dat ‘de dijk doorbrak voor Werkendam, tusschen Dordrecht en Geertruidenberg, ter plaatse, naderhand, de oude Wiel genaamd: waar door de gantsche Zuidhollandsche Waard onderliep …’’, geïllustreerd met een prent van Simon Fokke (1712-1784, afb. 16). De watersnood kwam in het teken van het oorlogsrumoer - de twisten - te staan.

Afb. 16. Simon Fokke, Doorbraak der groote ZuidHollandsche Waard, in ‘t jaar 1421, ca. 1750, ets,
18,4 cm × 20,7 cm, Amsterdam, Rijksmuseum

In de negentiende eeuw ontstond een hernieuwde interesse in de vaderlandse geschiedenis en werd de vloed van 1421 ook weer populair als thema in de kunst. Passend in de tijdgeest kwam het menselijk drama meer centraal te staan: families in nood, moeders met gestorven kinderen en families met noodlijdende grootouders (afb. 17). De stad Dordrecht verdween naar een stip op de horizon maar was nog altijd aanwezig, mèt de nodige dramatiek.

Afb. 17. Johannes Canta, Sint-Elisabethsvloed, 1849, olieverf op doek, particuliere collectie

Want in die donkere nacht in november 1421 zou er tussen de drenkelingen, huisraad en het verloren vee een mandje hebben gedobberd, met daarin een babymeisje. Op de rand balanceerde een kat, ervoor zorgend dat het wiegje niet zou omslaan. Dit verhaal ging een eigen leven leiden. De inwoners van Dordrecht noemden het kindje Beatrix - dat betekent de gelukkige - en de stad zou haar opvoeding op zich genomen hebben. In 1440 zou ze getrouwd zijn met Jacob Roerom en twee kinderen hebben gekregen. Twee vooraanstaande Dordtse families beweerden vervolgens dat zij van Beatrix afstamden. Maar ook inwoners van Kinderdijk beweerden dat de naam van hun dorp te danken was aan de vondst van het meisje in haar mandje, op hun dijk. Ook bij andere stormvloeden doken dit soort verhalen op. Ze worden door historici geïnterpreteerd als een meer eigentijdse versie van het Bijbelse verhaal van Mozes, die in een biezen mandje ook te vondeling was gelegd, tussen het riet langs de oever van de Nijl. Het leverde in ieder geval prachtige schilderijen op (afb. 18, 19).

Afb. 18. Johannes Hinderikus Egenberger, De wonderbaarlijke redding van een kind tijdens de Sint-Elisabethsvloed, 1837 en 1897, olieverfschets op doek, 40 x 55 cm, Amsterdam, Amsterdam Museum

Afb. 19. Lourens Alma Tadema, Sint-Elisabethsvloed, 1856, olieverf op doek, 55,8 x 66 cm, particuliere collectie

In 1909 doneerde een Dordtse familie drie gebrandschilderde ramen aan de Grote Kerk in Dordrecht, waarvan één de vloed verbeeldde, die toen inmiddels onderdeel was geworden van het collectieve geheugen. Het werk kreeg hier voor het eerst de titel De Sint- Elisabethsvloed mee, een naam die vanaf  toen onze geschiedenis is ingegaan. De ramen bevatten verwijzingen naar het altaarstuk uit 1490 en ook naar latere verbeeldingen als die van het kindje in het drijvende mandje, nu samengebracht in prachtig glas-in-lood. 

Afb. 20. Detail van het glas-in-loodraam in de Grote kerk van Dordrecht met als onderwerp De Elisabethsvloed, hier met het wiegje

En dan nu het ware verhaal. In het eerste kwart van de vijftiende eeuw zijn er drie grote overstromingen geweest: in 1404, 1421 en 1424. De oorzaak was achterstallig dijkonderhoud, inderdaad een gevolg van ruzie tussen Holland en Zeeland over de verantwoordelijkheid voor de dijken: de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Naar wat men heeft kunnen nagaan is er nooit sprake geweest van zo’n grote aantal slachtoffers - het waren enkele tientallen - noch van 72 ‘verdronken’ dorpen. Toen ter tijd lagen er in de Waard minder dan 30 dorpen waar minder dan 30.000 mensen woonden. Over nepnieuws gesproken! Alle drie de vloeden richtten wel een enorme ravage aan. Het gat in de dijk bleef, waardoor water in en uit bleef stromen en grote delen van de Waard permanent onder water kwamen te staan. Daar kwam - weer later - een doorbraak van een rivierdijk bij Werkendam bij, waardoor het gebied nog natter werd.

Economisch was het water een ramp.  Landbouw was niet meer mogelijk en men moest zich per boot verplaatsen. Hoogstwaarschijnlijk zijn veel inwoners gebleven en gaan leven van visserij, een transformatie die zich in een paar maanden moet hebben voltrokken. De leefomstandigheden moeten ook een stuk primitiever zijn geworden. Uiteindelijk is het moerasgebied van de Grote Waard geworden tot het krekengebied van de huidige Biesbosch, het zichtbare overblijfsel van de vloeden van toen.

De Sint-Elisabethsvloed vond 600 jaar geleden plaats. Hoe actueel is dit onderwerp ook nu nog voor ons land in tijden van klimaatverandering. Er is een tentoonstelling in het BiesboschMuseum op het Museumeiland en een kleine tentoonstelling in het Dordrechts Museum. Beide laten ook mooi vormgegeven animaties zien. En er is een heel toegankelijke geïllustreerde catalogus die het hele verhaal vertelt, van toen naar onze tijd van klimaatverandering. Deze catalogus is ook de bron is van dit artikel.
Kortom: hoe vier panelen uit 1490 voor ons land nog niets aan actualiteit hebben ingeboet!

Naschrift:
Lezeres Ingrid Fijen meldde mij na verschijnen van dit nieuwsbericht dat op 18 november jl. bij het Wisboomgemaal in Kinderdijk een nieuw kunstwerk is geplaatst: het wiegje van Beatrijs, gemaakt door Roel Teeuwen. Ook ter gelegenheid van het 600 jarige herdenking van de ramp en volgens het AD van 2 november jl. moet het een ‘icoon voor de regio’ gaan worden.

Het wiegje, gemaakt door kunstenaar Roel Teeuwen , 2021, brons

…bij het Wisboomgemaal in Kinderdijk

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Met dank aan Heino van Rijnberk en Ingrid Fijen

Meer informatie:  
Biesbosch MuseumEiland bij Werkendam, de tentoonstelling over de Sint-Elisabethsvloed is te bezoeken van 19 november 2021 - 30 november 2022;
Dordrechts Museum, de tentoonstelling over de Sint-Elisabethsvloed is te bezoeken van 3 oktober 2021 - 6 maart 2022. 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Bron:
De grote en vreeslike vloed. De Sint-Elisabethsvloed 1421-2021; onder red. van Hanneke van Asperen, Marianne Eekhout en Lotte Jensen, Amsterdam, De Bezige Bij, 2021, 191 pp.


Verantwoording afbeeldingen:

Afb. 1. https://www.rijksmuseum.nl/nl/zoeken/objecten?q=buitenzijde+van+de+sint+elisabethsvloed&p=1&ps=12&st=Objects&ii=0#/SK-A-3147-A,0
Afb. 2.
https://www.rijksmuseum.nl/nl/zoeken/objecten?q=buitenzijde+van+de+sint+elisabethsvloed&p=1&ps=12&st=Objects&ii=1#/SK-A-3147-B,1

Afb. 6.
https://www.rijksmuseum.nl/nl/zoeken/objecten?q=sint+elisabethsvloed&p=3&ps=12&st=Objects&ii=9#/SK-A-3145,33

Afb. 7.
https://www.rijksmuseum.nl/nl/zoeken/objecten?q=sint+elisabethsvloed&p=3&ps=12&st=Objects&ii=8#/SK-A-3146,32

Afb. 11.
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/70/Pietro_nelli%2C_santa_elisabetta_d%27ungheria%2C_1365_ca.jpg

Afb. 12.
https://www.wga.hu/index1.html

Afb. 13.
https://www.khm.at/objektdb/detail/2656/

Afb. 14.
https://www.catharijneverhalen.nl/page/5060/onbekende-klop-als-elisabeth-van-hongarije

Afb. 15.
https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/RP-P-OB-76.843

Afb. 16.

https://www.rijksmuseum.nl/en/collection/RP-P-OB-50.779

Afb. 17.
https://www.metzemaekers.com/archief/sint-elisabethsvloed/76185

Afb. 18.
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Johannes_Hinderikus_Egenberger_-_Anno_1421._De_wonderbaarlijke_redding_van_een_kind_tijdens_de_Sint-Elisabethsvloed_-_SA_4894_-_Amsterdam_Museum.jpg

Afb. 19.
https://www.de-lage-landen.com/article/huiveringwekkend-actueel-de-sint-elisabethsvloed

Afb. 20:
https://hannekevanasperen.nl/overstroming-en-het-kind-in-de-wieg/

Antonello da Messina’s Virgin Annunciate: Vol schoonheid het nieuwe jaar 2022 in!

Antonello da Messina’s Virgin Annunciate: Vol schoonheid het nieuwe jaar 2022 in!

Tip: nog één keer Artemisia Gentileschi:  ‘Het oor van Artemisia’. Vrouw, macht en muziek in het Italië van de 17e eeuw

Tip: nog één keer Artemisia Gentileschi: ‘Het oor van Artemisia’. Vrouw, macht en muziek in het Italië van de 17e eeuw

0