Hi,

Ik ben Mélanie Struik, kunsthistorica en communicatiespecialist.
Op Mélanie kijkt kunst geef ik je onverwachte perspectieven op kunst en kunstenaars, toen en nu.
Ga je mee?

Closer to Jan van Eyck

Closer to Jan van Eyck

Closer to Van Eyck, dat is het motto dat de Belgische gemeenten Gent en Brugge hebben gekozen voor het Jan van Eyck-jaar 2020, met als aanleiding de verregaande restauratie van zijn grote meesterwerk, het Lam Gods altaarstuk. Nu had ik al eens eerder beloofd dat ik meer over Jan van Eyck (ca. 1390 -1441) zou schrijven, omdat hij een van mijn helden is. En wat is er niet mooier dan dat te doen in het Jan van Eyck-jaar. Ook omdat alle activiteiten, die in april werden stilgelegd, zijn verlengd tot diep in het voorjaar van 2021, behalve dan de grootse tentoonstelling, Van Eyck. Een optische revolutie in het Museum voor Schone Kunsten (MSK) in Gent. Deze tentoonstelling had tot juni 2020 moeten draaien, maar heropenen daarna was niet mogelijk omdat de uitgeleende werken terug moesten naar hun respectievelijke thuis-musea. Helaas, helaas, want daardoor kunnen veel mensen deze once-in-a-lifetime experience niet ervaren. Maar niet getreurd, er is digitaal en real life toch ook nog van veel te genieten. Ik heb onderaan dit artikel een en ander voor jullie verzameld. 

Maar eerst even terug. Jan van Eyck is dus een van mijn helden en ik zal uitleggen hoe dat is gekomen. In een ver verleden studeerde ik in Amsterdam voor geschiedenis- en maatschappijleer-leraar aan de nieuwe lerarenopleiding VL/VU. Vanuit het vak geschiedenis organiseerde de docent godsdienst - ik ben zijn naam helaas vergeten, maar heb hem nog scherp voor ogen - een excursie naar het Groeninge Museum in Brugge. Ik zie hem nog vol enthousiasme staan voor een groot schilderij met de titel Madonna met kanunnik Joris van der Paele (zie boven), geschilderd door Jan van Eyck. Van der Paele was een kanunnik van het kapittel van de Sint-Donaaskerk: het gezelschap van geestelijken, dat gezamenlijk, als een college, zorg droeg voor het wel en wee van de inmiddels niet meer bestaande collegiale
Sint-Donaaskerk. Deze kerk diende later, van 1559-1795, als kathedraal van Brugge.

Van der Paele had goed geboerd, was al op leeftijd en bereidde zich voor op zijn einde. Hij had misschien toch wat schuldgevoel over zijn aardse daden - zo zou hij zich zelf verrijkt hebben ten koste van anderen - en gaf Jan van Eyck de opdracht om voor hem een mooi werk te maken met de heilige Maria als hoofdpersoon. Hiermee wilde Van der Paele Maria - binnen de roomse kerk een van de belangrijkste intermediairs tussen de gewone mens en God - ‘vragen’ om voorspraak voor hem, zodat hij na zijn dood het hemelse paradijs zou mogen betreden. De angst dat het vaak zondige aardse bestaan het soepel passeren van de hemelpoort in de weg zou staan, maakte dat je deed wat je kon om de toegang veilig te stellen en de doorgang - vaak een route via het vagevuur - te verzachten. Dit klinkt misschien allemaal een beetje gek en simplistisch, maar je moet je bedenken dat heel veel kunst in die tijd om deze reden tot stand kwam. De tijden waren bar, er was veel gevaar, niet in de laatste plaats ook door de hygiënische omstandigheden die toch echt veel slechter waren dan nu. De dood kwam vroeg en plots, was veelvuldig en alom. Het roomse geloof was streng en de angst voor de hel en het vagevuur groot. Je moest natuurlijk de goede dingen doen op aarde, maar de mens van toen was, net als de mens van nu, niet volmaakt.

Maria staat geportretteerd met het kind Jezus op de schoot. Van der Paele knielt om zijn devotie tot uitdrukking te brengen naast haar en kijkt in de verte. Kijk even naar dat mooie detail van dat brilletje in zijn hand (afb. 1/2). Achter hem staat zijn naam- en beschermheilige Sint Joris - die van de draak en die Joris zijn naam gaf - die met een handgebaar Joris van der Paele voorstelt aan Maria en Jezus, terwijl hij met zijn andere hand galant zijn helm oplicht. Links van Maria staat de Heilige Donaas of Donatianus van Reims, de patroon van het kapittel én van de stad Brugge. Is Maria de intermediair tussen God en hier Joris van der Paele, hier zijn zowel Sint Donaas als Sint Joris ook weer tussenpersonen: zij dragen Joris van der Paele op of bevelen hem aan aan Maria. Want wie kan dit opdragen of aanbevelen beter doen dan de moeder van Christus!

Afb. 1 en 2. Jan van Eyck, Madonna met kanunnik Joris van der Paele, 1436, olieverf op paneel, 122x157 cm., Brugge, Groeninge Museum (zie bovenaan), hier een detail

Afb. 1 en 2. Jan van Eyck, Madonna met kanunnik Joris van der Paele, 1436, olieverf op paneel, 122x157 cm., Brugge, Groeninge Museum (zie bovenaan), hier een detail

Ik was zwaar onder de indruk van het werk. Die kleuren, dat lieflijke gezicht van Maria maar bovenal de stofuitdrukking, een veel voorkomend begrip in de kunstgeschiedenis. Maria zit op een troon, een paar treden hoger dan de andere afgebeelde figuren. De troon staat op een tapijt dat naar beneden toe gedrapeerd ligt over de traptreden naar de vloer toe. Dat tapijt ziet er toch echt uit als hoogpolig en enigszins Perzisch, met dat drukke dessin. Ik wilde het tapijt aanraken om te voelen of het echt was, maar dat mocht natuurlijk niet. Ik kon mijn ogen niet geloven dat dit toch echt 2D was en geen 3D. Het was toen - in 1980 - dat ik Jan van Eyck in mijn hart sloot en me trots voelde op dit culturele erfgoed van de Lage Landen. De studie kunstgeschiedenis was nog lichtjaren ver.

Jan van Eyck, nog net geboren aan het eind van de veertiende eeuw en werkzaam aan het begin van de vijftiende eeuw, wordt vaak gezien als de uitvinder van de olieverfschilderkunst. Daar denken de geleerden inmiddels genuanceerder over, want uit een in de achttiende eeuw gevonden traktaat van rond 1100-1120, blijkt dat al in de twaalfde eeuw gewerkt werd met olie als bindmiddel voor verf, in dat geval meestal lijnolie. Maar het feit blijft dat Van Eyck als geen ander de tovenaar met olieverf werd, want….Jan van Eyck vond uit hoe licht en verf op elkaar inspelen.

Even een paar woorden over de techniek van het schilderen. De basis-ingrediënten voor een schilder zijn  natuurlijk de pigmenten - pure kleur in poedervorm, geworven uit aarde, steen, planten, dieren etc. Pigmenten bepalen ook de mate van transparantie van verf. Met kennis daarvan kun je spelen, de kleur laag over laag opbrengen waardoor eerder aangebrachte lagen blijven doorschemeren. Het bijzondere van pigmenten gemengd met olie - meestal lijnolie - is dat je de kleuren zo goed kunt mengen. Daardoor kun je hele fijne overgangen maken, waar je een enorme diepte mee kunt suggereren. Ook de grote glans van olieverf draagt aan het creëren van diepte bij.

Door deze kwaliteiten van olieverf hoef je voor het weergeven van goud geen bladgoud meer te gebruiken, zoals in de middeleeuwen gebeurde, toen men werkte met de ei-tempera-techniek - pigment gemengd met eidooier en water. Met olieverf kun je de suggéstie wekken van goud. En niet alleen van goud, maar ook van metaal, edelstenen, parels, glas, enzovoorts. Bovendien kun je weerspiegelingen weergeven die ook weer diepte creëren. Kunsthistoricus Jeroen Stumpel, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht legt het hieronder nog eens mooi uit en gebruikt ook Jan van Eyck als voorbeeld. Erg verhelderend, duurt een klein kwartier.

Jan van Eyck speelt optische spelletjes met de kijker. Zo heeft hij zichzelf in het werk voor Joris van der Paele verstopt als schilder staand voor zijn ezel, met een rode kaproen op (een soort gedrapeerde muts). Ik heb de plek waar je dit kunt vinden op afb. 3 hieronder aangegeven met een gele pijl. Afbeelding 3 is te klein om dit te kunnen waarnemen, maar als je hier klikt kom je op een site waar je met een knop rechts enorm op het schilderij kunt inzoomen. Als je dan de plek van de pijl op afb. 3 volgt, kun je de schilder wél zien.

Afb. 3. Detail, zie pijlen voor weerspiegeling van de omgeving in het harnas van Sint Joris. De gele pijl geeft de plek aan waar Jan van Eyck zichzelf geschilderd heeft.

Afb. 3. Detail, zie pijlen voor weerspiegeling van de omgeving in het harnas van Sint Joris. De gele pijl geeft de plek aan waar Jan van Eyck zichzelf geschilderd heeft.

De witte pijlen laten zien hoe Van Eyck met verf en licht speelt, de kleuren van de omgeving laat weerspiegelen en daardoor diepte creëert. En scrol dan verder op die site over het werk om te genieten van de enorme gedetailleerdheid van het tapijt en de rand van Maria’s japon, bezaaid met parels en edelstenen, die hij met een heel dunne penseel moet hebben aangebracht. Een feest voor het oog!

Zo’n zelfde optisch grapje haalt Van Eyck ook uit op het werk dat bekend staat als het Arnolfiniportret. De afgebeelde man zou een lid zijn van een Italiaanse familie uit Lucca en in Brugge wonen en werken. Het portret wordt over het algemeen gezien als een huwelijksportret, al is er onder kunsthistorici veel discussie over de betekenis van de verschillende attributen op het werk in relatie tot de huwelijksceremonie in de vijftiende eeuw. Ook is altijd gedacht dat de gebolde buik van de vrouw betekent dat zij in verwachting is, maar inmiddels wordt er vanuit gegaan dat het om een jurk gaat uit het dan heersende modebeeld.

Afb. 4. Jan van Eyck, Het Arnolfiniportret, 1434, olieverf op paneel, 82,2 x 60 cm, Londen, National Gallery

Afb. 4. Jan van Eyck, Het Arnolfiniportret, 1434, olieverf op paneel, 82,2 x 60 cm, Londen, National Gallery

Zie de spiegel in afb. 4, de blikvanger in het midden van het werk, onder de kroonluchter. Als je goed kijkt naar het detail op afb. 5 zie je daarin het echtpaar van hun achterkant en in een deuropening nog twee personen. Een daarvan draagt een rode hoofddoek en zou Van Eyck zelf zijn. 

Afb. 4. Detail van afbeelding 3

Afb. 5 Detail van afbeelding 4

Dit fenomeen kun je nog veel beter waarnemen als je hier klikt en rechts het beeld nog dichterbij haalt.

Alle geleerden zijn het er over eens: als je de ontwikkeling van de schilderkunst in perspectief zet, is Jan van Eyck een groot vernieuwer. Hij introduceert in de vijftiende eeuw een nieuwe combinatie van realisme, de op waarneming gebaseerde weergave van de zichtbare werkelijkheid, illusie - zijn spelen met licht - en symboliek. Kenners noemen dit de kern van de nieuwe schilderkunst. De schilder neemt ook meer vrijheid voor eigen ideeën en komt losser te staan van de heersende conventies over hoe een religieus onderwerp afgebeeld moest worden. Zo plaats Van Eyck zijn Maria in de Annunciatie - de aartsengel Gabriël komt Maria vertellen dat zij de zoon van God zal baren - niet in een huiselijke omgeving maar in een kerk (afb. 5). Dat is nieuw.

Afb. 5. Jan van Eyck, Annunciatie, olieverf op doek overgebracht van paneel, 1434-1436, 90,2 x 34,1 cm., Washington, National Gallery of Art

Afb. 5. Jan van Eyck, Annunciatie, olieverf op doek overgebracht van paneel, 1434-1436, 90,2 x 34,1 cm., Washington, National Gallery of Art

Op een ander werk - De Madonna bij de fontein - plaatst hij Maria en het kind Jezus niet in een monumentale ruimte maar in een tuin, een lusthof (afb. 6). Ook nieuw.

Afb. 6. Jan van Eyck, Madonna bij de fontein, olieverf op paneel, 1439, 19 x 12,5 cm, Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten

Afb. 6. Jan van Eyck, Madonna bij de fontein, olieverf op paneel, 1439, 19 x 12,5 cm, Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten

In dezelfde periode vindt er ook vernieuwing plaats in Italië. Ook daar worden de afgebeelde personen menselijker en er gaat veel aandacht uit naar de ontwikkeling van een wiskundig correct perspectief, door kunstenaars als Masaccio (1401-1428) en Domenico Veneziano (1410-1461) en tot volle bloei gebracht door wiskundige en schilder Piero della Francesca (1412-1492) die veel werkte voor het hof van Urbino. Maar de verf die daar dan nog steeds gebruikt wordt, is ei-tempera. Pas drie generaties ná Jan van Eyck breekt de olieverftechniek ook in Italië door: dé grote revolutie in de schilderkunst.

Ik sluit af met wat naar mijn idee te weinig wordt benadrukt: Jan van Eyck was ook een geweldige vernieuwer op het gebied van de portretschilderkunst. Kijk en zie hoe het realisme van dit vermeende zelfportret én iconisch beeld (afb. 7) - want wie heeft dit niet eerder een keer gezien - je tegemoet komt. Ik blijf verbluft achter als ik bedenk dat dit werk al in 1433 is gemaakt en Leonardo da Vinci (1452-1519), Lucas en Leyden (1494-1533) en Albrecht Dürer (1471-1528) - ook meesters in het portret - dan nog lang niet geboren zijn…..

Afb. 7. Jan van Eyck, Man met rode tulband, 1433, 26 x 19 cm., olieverf op paneel, Londen, National Gallery

Afb. 7. Jan van Eyck, Man met rode tulband, 1433, 26 x 19 cm., olieverf op paneel, Londen, National Gallery

Met dank aan Heino van Rijnberk.

___________________________________________________________________________

Voor de liefhebber beveel ik nog een aantal sites aan:
Een absolute topper is de site closertovaneyck.kikirpa.be. Hier vind je alles over de restauratie van het grote Lam Gods Altaarstuk, de aanleiding voor de tentoonstelling Van Eyck: een optische revolutie, die steeds wordt aangevuld met nieuwe ontwikkelingen. Èn de website bevat een fantastisch deel waar álle schilderijen van Jan van Eyck, waar ook ter wereld, in ultra-hoge resolutie tot op de millimeter ingezoomd bekeken kunnen worden. Klik hier als je alles wilt weten over Het lam Gods, en klik hier als je werken van Jan van Eyck tot in detail wilt bestuderen.

De gemeente Gent heeft zich moeten herpakken na de sluiting van de tentoonstelling in
april jl. Er waren nog vele andere flankerende activiteiten die zijn stilgelegd. Inmiddels is het Jan van Eyckjaar verlengt tot diep in het voorjaar van 2021. Tal van activiteiten zijn er nog te beleven om Jan van Eyck, zijn werken én wereld te ervaren.  Zo kun je in Gent een Seven Senses Tour doen, waarin je Gent ervaart door de ogen van Jan van Eyck en alle zintuigen worden aangesproken. En heeft de beroemde - nu 85 jarige - Estse componist Arvo Pärt in de opdracht voor het Jan van Eyck-jaar speciaal een compositie gemaakt. Dus een bezoek aan Gent is nog steeds de moeite waard. Alle activiteiten vind je hier.

Reis je even door naar Brugge dan is daar een speciale tentoonstelling rondom het schilderij de Madonna van der Paele, en kun je alles met eigen ogen zien. Vergeet niet te reserveren. En als je hier klikt, geeft het Groeninge Museum digitaal nog veel meer gedetailleerde beelden en uitleg over de Madonna van Joris van der Paele, bijvoorbeeld over de vele symboliek.

Daarnaast heeft de bibliotheek van Gent ook alles wat inmiddels digitaal is verschenen op een rij gezet, een soort dossier Jan van Eyck, zoals de virtuele toer en een interactieve toer door de tentoonstelling, georganiseerd door het MSK Gent zelf, maar nog veel meer, zoals radio en tv-uitzendingen rondom de tentoonstelling en in zijn algemeen over het fenomeen Jan van Eyck. Dat vind je allemaal als je hier klikt en naar beneden scrolt.
___________________________________________________________________________

Verantwoording afbeeldingen:
Afb. 1.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Madonna_met_kanunnik_Joris_van_der_Paele

Afb. 2.
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Jan_van_Eyck_059.jpg

Afb. 3.
Detail afbeelding 1

Afb. 4. 
https://nl.wikipedia.org/wiki/Portret_van_Giovanni_Arnolfini_en_zijn_vrouw#/media/Bestand:Van_Eyck_-_Arnolfini_Portrait.jpg

Afb. 5.
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Jan_van_Eyck_059.jpg

Afb. 6.
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Jan_van_Eyck_-_The_Annunciation_-_Google_Art_Project_crop.jpg

Afb. 7.
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/0/05/Madonna_bij_de_fontein%2C_Jan_van_Eyck%2C_1439%2C_Koninklijk_Museum_voor_Schone_Kunsten_Antwerpen%2C_411.jpg

Afb. 8.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_van_Eyck#/media/Bestand:Portrait_of_a_Man_by_Jan_van_Eyck.jpg



Schoonheid en noodlot in de vijftiende eeuw

Schoonheid en noodlot in de vijftiende eeuw

Lalique Museum in Doesburg: pareltje in de Achterhoek

Lalique Museum in Doesburg: pareltje in de Achterhoek

0