Advancing Women Artists (AWA) presenteert: Plautilla Nelli’s Laatste avondmaal
Afb. 0. Plautilla Nelli, Laatste avondmaal, 1568, olieverf op doek, 200 x 700 cm, Florence, Museum van de Chiesa di Santa Maria Novella
Ooit gehoord dat een Florentijnse vrouw in de zestiende eeuw een Laatste avondmaal schilderde? Dat moment in het lijdensverhaal van Christus naar Pasen toe dat we gedenken op Witte Donderdag in de Stille Week? Ik ook niet, en dat is ook zo niet gek want pas in 2017 werd haar werk geëerd met een grote tentoonstelling in de Galerie degli Uffizi in Florence; dit was bovendien de allereerste keer ooit dat dit museum een tentoonstelling geheel wijdde aan een vrouwelijke kunstenaar. Haar naam: Plautilla Nelli (1524-1588, afb. 0). Eeuwenlang hing haar werk in de refter - de eetzaal - van het nu niet meer bestaande Sint Caterina in Cafaggio-klooster in Florence, tegenover het San-Marco-klooster aan de Piazza San Marco. Wat helemaal bijzonder is, is dat Plautelli Nelli een non was, een dominicanes uit ditzelfde Sint-Caterina in Cafaggio-klooster die daar - na de dood van haar moeder - in 1538 op veertienjarige leeftijd was ingetreden en later ook priores - hoofd van het klooster - werd. Zij is ook de eerst bekende vrouwelijke schilder in de renaissance in Italië.
Tijdens de renaissance bestond er een grote traditie in Laatste-avondmaal-schilderijen. Zo schilderde Leonardo da Vinci (1452-1519) dit thema tussen 1495 en 1498 in fresco voor de refter van het klooster van de Santa Maria della Grazie in Milaan (afb. 1). Er waren veel kloosters en abdijen en dito eetzalen waar een wand op deze wijze gesierd kon te worden. Plautilla Nelli volgde in die traditie en trotseert de sociale conventies door een immens groot werk te maken over een thema dat tot dan toe alleen bestemd was voor mannelijke kunstenaars op het hoogtepunt van hun carrière, als een soort getuigenis van hun kunnen.
Nelli kiest in haar versie, net zoals Leonardo, voor het moment waarop Christus voorspelt dat hij door een van de aanwezige leerlingen binnen een aantal uren verraden zal worden en laat de emoties zien die dit bij hen oproept. Daarmee wedijvert zij met de wijze waarop Leonardo Da Vinci de apostelen dynamisch en emotioneel laat reageren in zijn Laatste avondmaal. Leonardo’s versie was een nieuw concept geworden voor de weergave van Laatste avondmaal-schilderijen in Florence. Anders dan bij Leonardo da Vinci plaatst Plautilla Nelli Judas - te herkennen aan zijn geldbuidel en de man die Jezus voor geld een paar uur later in de hof van Gethsemané zal verraden - aan de andere kant van de tafel, met zijn rug naar de kijker toe. Dat was niet nieuw en kwam al op schilderijen in de vijftiende eeuw voor.
Bijzonder is de aankleding van de tafel: meer gedetailleerd en verzorgd dan gebruikelijk in andere versies. Voor Jezus ligt een lam in een schaal, verwijzend naar het Lam Gods, symbool voor de zich opofferende Christus. In een schaal van fijn Chinees porselein staat een salade geserveerd Chinees porselein en op de tafel zijn de plooien van het zeer goed gestreken en opgevouwen tafelkleed zeer goed zichtbaar. Ook is het bijzonder dat zij haar werk in de linkerbovenhoek signeert, iets wat toen nog niet veel werd gedaan (afb. 2). Alsof zij voor de eeuwigheid herinnerd wil blijven.
Plautilla Nelli (afb. 3) was een autodidact. Zij startte haar artistieke loopbaan in het klooster met het maken van miniaturen, een kunst die - zo blijkt inmiddels uit nieuw onderzoek - niet alleen door monniken maar ook door veel vrouwelijke kloosterlingen werd beoefend. Zij was goed bekend in haar eigen tijd want kunstenaarsbiograaf Giorgio Vasari (1511-1574) prijst haar werk in zijn Vite de' più eccellenti architetti, pittori, et scultori italiani, da Cimabue insino a' tempi nostri ( De levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten, van Cimabue tot onze tijd, ed. 1550 en 1568). Niet in een apart Vita maar in het enige ‘vrouwenleven’ dat hij beschrijft in de editie van 1568: dat van de Bolognese beeldhouwer Properzia de’Rossi (1490-1530). Hij eert hierin, naast Properzina de’Rosssi zelf, allerlei andere kunstzinnige vrouwen, uit de Griekse en Romeinse geschiedenis en uit zijn eigen tijd, waarbij onder de laatsten Plautilla Nelli. Hij schrijft:
“Nadat zij [Nelli] beetje bij beetje was begonnen met het schetsen en in kleur kopiëren van beelden en schilderijen van de grote meesters, heeft zij met grote ijver een aantal werken afgerond die onze ambachtmensen hebben verbaasd”.
In het klooster bouwde Plautilla Nelli een groot atelier op, waar ongetwijfeld een aantal collega-zusters met talent haar hebben bijgestaan. Zij erfde tekeningen van de beroemde Fra Angelico (1395-1455) die in het tegenover gelegen klooster van San Marco woonde en werkte en zou beïnvloed zijn geweest door werken van beroemde voorgangers en tijdgenoten als Perugino (1446-1523), Andrea del Sarto (1486-1530) en Giovanni Antonio Sogliano (1492-1544). Toch waren er in 2006 nog maar drie werken aan haar toegeschreven; inmiddels zijn dat er zo’n zeventien.
Haar Laatste avondmaal hing eeuwenlang in de refter van haar klooster. Het overleefde de Napoleontische onderdrukking van de religieuze ordes en de eenwording van Italië met de daarbij bijbehorende onteigeningen van de kerkelijke eigendommen. In 1808 werd het schilderij overgebracht naar het klooster van de Chiesa di Santa Maria Novella, waar het ook daar jarenlang in de refter hing. In de twintigste eeuw lag het dertig jaar opgerold opgeslagen, maar het overleefde de overstroming van 1966, de zwaarste overstroming ooit in Florence door het buiten de oevers treden van de rivier de Arno. Tal van kunstwerken opgeslagen in kelders van musea en monumentale gebouwen raakten daarbij beschadigd. Florence hield hier een trauma aan over.
In oktober 2015 werd het werk - nog steeds - opgerold overgebracht naar het restauratieatelier van de Florentijnse Rosella Lari in de wijk Oltrarno, de andere zijde van de Arno. Dat is ook nu nog het artistieke deel van Florence vol ateliers van ambachtsmensen. Het werk was in zeer slechte staat en de restauratie nam vier jaar in beslag. In de herfst van 2019 was het klaar en werd het Laatste avondmaal van Plautilla Nelli na een korte ceremonie geplaatst in het museum van de Chiesa di Santa Maria Novella (afb. 4 -10).
En het verhaal gaat verder….
De ontdekking van Plautilla Nelli en de restauratie van haar Laatste avondmaal had nooit kunnen plaatsvinden zonder de bijzondere inspanningen van de Amerikaanse journaliste, schrijfster en filantroop Jane Fortune (1942 - 2018). In 2006 stond zij in het San-Marco-Museum in Florence oog in oog met een ander werk van Plautilla Nelli, De bewening van Christus, en ze was stomverbaasd (afb. 11). Waarom kende ze deze vrouwelijke kunstenaar niet? Ze besloot geld ter beschikking te stellen voor de restauratie van het werk. Ze raakte verder gefascineerd door Nelli en vroeg zich af hoeveel andere werken van haar en van andere onbekende vrouwelijke kunstenaars er nog zouden zijn. “Waar zijn ze eigenlijk?”, werd haar leidende vraag, die al snel veranderde in een persoonlijke missie: werken van vrouwelijke kunstenaars uit het verleden weer zichtbaar maken. In 2009 richtte Jane Fortune daartoe in Florence de Advancing Women Artists Foundation (AWA) op.
Jane Fortune kwam uit Indiana in de Verenigde Staten en werd in Florence al snel ‘Indiana Jane’ genoemd (afb. 12). Met een team van experts ging zij op zoek naar verloren en vergeten schatten die stonden te verstoffen in depots of hingen te schimmelen aan muren van kerken, kloosters en andere monumentale gebouwen. In 2008 schreef zij hierover het boek Invisible women. Jane en haar team traden in contact met museumdirecties, eerst in Florence en later in heel Toscane, zetten het onderwerp op de kaart, deden onderzoek en wisten - niet aflatend - fondsen te verwerven. Het resultaat is dat er nu zo’n zeventig kunstwerken van vrouwelijke kunstenaars van 1400 tot aan 2000 aan de vergetelheid zijn onttrokken, gedocumenteerd, gerestaureerd en tentoongesteld, waaronder Artemisia Gentileschi (1593-1653), Violante Siries Cerroti (1709-1793), Elisabeth Chaplin (1890-1982), Felicie de Fauveau (1801-1886) en Leonetta Pieraccini Cecchi (1882-1977).
Al hoewel Jane Fortune aanvankelijk in Florence een museum voor deze vrouwelijke kunstenaars wilde stichten, als een eerbetoon aan de stad waarvan ze zo hield, besloot ze uiteindelijk zij uiteindelijk dat dat toch niet de weg was. Ze koos ervoor om alle inspanningen virtueel aan de wereld te openbaren, zodat musea en experts wereldwijd blijvend van AWA’s bevindingen zouden kunnen profiteren.
In 2017 kondigt Fortune aan haar deelname aan AWA te stoppen met de onthulling van het gerestaureerde Laatste avondmaal van Plautilla Nelli, het schilderij dat haar zo dierbaar was geworden. Met de redding van dit meesterwerk voor de eeuwigheid voelde Fortune dat zij ‘haar deel voor Florence gedaan had’. Zij wil terug naar de Verenigde Staten om daar haar energie te geven aan allerlei andere plannen waaronder de oprichting van het Jane Fortune Fund for Virtual Advancement of Women Artists, waarmee ze het AWA-onderzoek wil verzamelen en bundelen in ’s werelds grootste internationale database van vrouwelijke kunstenaars, genaamd: A place of their own. De onthulling van het Laatste avondmaal stond gepland voor 2019, Jane sterft in 2018, 76 jaar oud.
Onbewust van deze achtergrond abonneerde ik me in 2018 op de nieuwsbrief van AWA. Wat een geweldige instelling was dat, vond ik, en ik bleef hun werk vanuit Nederland met interesse volgen. Zo kreeg ik de onthulling mee van Nelli’s Laatste avondmaal in de herfst van 2019: een bijzonder moment voor de organisatie, in dierbare herinnering aan haar oprichter. En zo werd ik in december 2020 opgeschrikt door de mededeling van de huidige directeur van AWA, Linda Falcone, dat AWA definitief gaat stoppen.
AWA, zo schrijft Falcone in de nieuwsbrief, is immers nooit bedoeld geweest voor de eeuwigheid. AWA startte in 2006 om Florentijnse en later Toscaanse musea en hun medewerkers bewust te maken van het werk van vrouwelijke kunstenaars en deed dat door actief op zoek te gaan naar hun werken, archiefonderzoek te doen, waar nodig de werken te restaureren en daarmee te conserveren voor de toekomst en aan dit alles bekendheid te geven via symposia, nieuwsbrieven etc. Het beoogde resultaat was de bewustwording dat er nog veel te ontdekken was in de depots van de musea, dat er nog veel werk te doen is om al de onbekende schatten zichtbaar te maken en dat er alleen al in Florence veel meer vrouwelijke kunstenaars zijn geweest dan de geschiedenisboekjes doen geloven. Het was de hoogste tijd dat dit verhaal werd verteld, maar inmiddels is die boodschap aangekomen. Anno 2021 is er veel meer aandacht voor vrouwelijke kunstenaars. AWA heeft haar werk gedaan en geeft het stokje weer door aan de musea en hun medewerkers: “AWA’s ‘truly mission is accomplished”, aldus Falcone. Als onderdeel van de erfenis van AWA en Jane Fortune zal een beeldarchief van ruim 2500 afbeeldingen digitaal toegankelijk blijven voor onderzoekers wereldwijd.
We mogen Jane Fortune dankbaar zijn dat zij de kunstwereld zo’n grote dienst heeft bewezen. De andere helft van de wereldbevolking trekt in de kunstwereld langzaam haar beentje bij!
Meer info:
www.advancingwomenartists.org ————————————————————————————————————————————————
NB. Tot en met juni, het moment van sluiting van AWA, zijn nog diverse online-interviews te zien in de reeks Restoration Conversations, allemaal te volgen via de website van AWA, waar je je ook nog steeds kunt abonneren op de nieuwsbrief.
Via de website en de nieuwsbrief, waarop je je nog steeds kunt abonneren, volgt informatie over twee premières in mei a.s.: van een TV-special over Plautilla Nelli en haar gerestaureerde werken én een Europese première van een Duitse film over de verloren kunst van vrouwen, met aandacht voor het AWA-project The Art of Healing: over de restauratie van twee grote devotionele werken van Violante Ferroni (1692-1768): De heilige Johannes geneest lijders aan de pest en De Heilige Johannes geeft de armen te eten. In mei a.s. worden deze werken onthuld in het oude ziekenhuis San Giovanni di Dio in Florence. Restaurator Elizabeth Wicks heeft hieraan lang gewerkt. Zij prijst AWA: “De afgelopen jaren hebben dankzij AWA vrouwelijke conservatoren geweldige kansen gekregen om te werken aan kunst van vrouwen, Dat kwam in het verleden nauwelijks voor. Dit heeft ertoe geleid dat sinds de grote overstroming in Florence in 1966 de kunstconservering vooral een vrouwelijke aangelegenheid is geworden.
Hier kun je kijken naar een documentaire uit 2013 (27 min.) met de titel Invisible women. Forgotten artists of Florence over het werk van Jane Fortune en AWA.
Hier vind je de trailer van AWA gemaakt ter gelegenheid van de onthulling van het Laatste avondmaal van Plautilla Nelli in het museum van de Chiesa di Santa Maria Novella in Florence.
Via deze link kom je in de winkel van AWA bij een kaart van Florence waarop AWA alle locaties heeft aangegeven die je kunt bezoeken met werken van vrouwelijke kunstenaars uit het verleden. Je kunt deze kaart - trail genoemd - gratis downloaden
Bronnen:
. Website AWA en Wikipedia
. B. de Klerck, 'Speuren naar vergeten schilderessen', NRC 05-02-2019, p. C3
. https://mariellelassche.nl/plautilla-nelli/
. Georgio Vasari, Vite de' più eccellenti architetti, pittori, et scultori italiani, da Cimabue insino a' tempi
nostri (De levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten, van Cimabue tot onze tijd),
ed. 1550 en 1568,
. https://www.theartnewspaper.com/news/renaissance-woman-plautilla-nelli-s-last-supper-unveiled-in-florence
Verantwoording afbeeldingen:
Afb. 0:
Site AWA
Afb. 1: ,
http://advancingwomenartists.org/news/press-room
Afb. 2:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Het_Laatste_Avondmaal_(Leonardo_da_Vinci)#/media/Bestand:Leonardo_da_Vinci_(1452-1519)_-_The_Last_Supper_(1495-1498).jpg
Afb. 3:
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Portrait_of_Plautilla_Nelli.jpg
Afb. 4 t/m 10:
http://advancingwomenartists.org/news/press-room
Afb. 11:
http://advancingwomenartists.org/artists/plautilla-nelli/lamentation-with-saints
Afb. 12:
http://advancingwomenartists.org/news/press-room